vrijdag 25 juli 2014

De overheid als ‘tussenheid’


De overheid als ‘tussenheid’

Anders Werken is ‘hot’. In Almere zijn we er in elk geval druk mee bezig. Maar hoe denken anderen daarover? Enter Jurgen Hoogendoorn. Hij noemt zichzelf een ‘hackende guerrilla-ambtenaar’ en is adviseur van het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. Daarnaast maakt hij deel uit van het netwerk ‘Nederland wordt Anders’, het kennisplatform Tussentijd in Ontwikkeling en de organisatie van De Nieuwe Wibaut, een op gemeenteambtenaren gerichte praktijkleergang voor de omslag naar vraaggericht, ondernemend en in partnership werken.
Over één ding is hij al meteen heel duidelijk: “De Nieuwe Wibaut is geen wasstraat voor Anders Werken. Er wordt al te veel gepraat over loslaten. Wij weten het ook niet, dus zijn we dingen uit gaan proberen. Het is een expeditie, waarbij we bureaucraten proberen te verleiden in plaats van als overheid als ‘tussenheid’ te gaan werken. Dus: niet opleggen, maar meewerken. Jij bent de professional: welke bijdrage kun jij leveren vanuit jouw expertise?”


Spontane feestjes
Als goed voorbeeld noemt hij het Haarlemmerplein in Amsterdam. De gemeente maakte de plannen, renoveerde het plein en plaatste een fonteintje, telkens voorafgegaan door juridische bezwaarprocedures. Na dertig jaar strijd met bewoners en ondernemers is het plein eigenlijk van niemand. Hoe kun je het van de mensen maken? “We hebben het plein ‘ontmaagd’ door kleine initiatieven te nemen, door een rijkelijk gedekte picknicktafel neer te zetten, harten op de stenen te krijten, bewoners en ondernemers uit te nodigen voor een samenkomst met eten, drinken, muziek en dans. Door het leggen van die contacten gaat het nu goed en ontstaan er spontaan feestjes, terwijl er fysiek nauwelijks iets veranderd is aan het plein. Door dat soort interventies leg je het plein weer open, maak je het interessant.”
Permanent beter
Jurgen zegt dat hij onder de indruk is van het Arnhemplein in Almere. “Ik voelde dat het plein van de mensen was. Willen mensen meer, dan gaan ze het zelf ook regelen.” Hij vergelijkt het met Denemarken; een ‘hightrust society’, waar mensen elkaar vertrouwen, heel erg op zichzelf zijn, maar weten dat ze elkaar nodig hebben. “Het geeft niet dat het niet af is, anders kun je er niets meer aan toevoegen. Dat is niet het beeld dat landelijke professionals hebben van Almere, maar hier gebeurt het dus wel. Vroeger had je een probleem en schreef je een beleidsnota. Nu werkt dat niet meer. Je werkt niet meer aan complete oplossingen, maar aan ‘permanent beter’, een concept dat verder ingevuld kan worden.”


Niet alle dingen kunnen ‘bottom up’ gebeuren. Het bouwen en beheren van dijken moet bijvoorbeeld wel in orde zijn, anders heeft iedereen er last van. Jurgen: “De gemeente is niets anders dan een opgeschaald bottom up-initiatief.” Zijn criterium is: als initiatieven bijdragen aan het grote geheel, wil ik wel helpen. “Ik doe dat door de dialoog aan te gaan.”

Reorganisatieporno
Hij ziet een wijk als een voortdurend bewegende zwerm. Want wat er aan initiatieven is, is nooit door een groep te claimen. Wat hem betreft worden veel goede ideeën jammer genoeg verspild in prijsvragen; je zou alle inzendingen moeten benutten.
“Tot 2008 gingen we uit van groei en geld verdienen. Toen waren we ‘efficiënt’ georganiseerd, als een leger. Nu bedrijven we ‘reorganisatieporno’. Maar wat is de marktprijs van een school? Waarom niet samen de economische trap op en af? Dus samen de lusten én de lasten?”


Zijn conclusie: “Volgens mij moeten we elkaar opzoeken voor de best practices én voor de fouten. Jullie zijn welkom om overal te komen kijken. Ik denk niet dat er behoefte is aan beleid. Kom gewoon in actie en voer het maar uit, probeer maar, in niet al te grote stappen. En als je faalt, faal dan snel, zodat je iets anders kunt proberen.” Out-of-the-boxdenken? “Zorg eerst eens dat je gebruik maakt van de ruimte in je eigen box. Ga de discussie aan en laat je meerwaarde zien. Geen powerpoints, vergaderingen en verdienmodellen, maar een gesprek, vragen stellen en aanbieden te helpen. Houd op met denken in wij-zij. Probeer mensen niet te zien als vijanden die niets willen. Denk vanuit jezelf: hoe zou jij het doen? Vaak wil het bestuur wel, heeft de samenleving ook zin en heeft de gemeente wel een Gideonsbende. Zoek elkaar op, speel het spel en houd het licht.”

Bernadet Timmer
Meer weten? Volg de blog van Jurgen op www.deruimtemaker.nl of kijk op www.amsterdam.nl/denieuwewibaut

woensdag 2 juli 2014

WakaWaka: zon versus kerosine


WakaWaka: zon versus kerosine

WakaWaka is Swahili voor ‘schitterend licht’. Het is de favoriete uitspraak van Fozzie Bear uit The Muppets, de titel van een song van Shakira én de merknaam voor een lamp op zonne-energie. De directeur van de gelijknamige stichting is Cas van Kleef. Hij probeert daarmee de ‘energie-armoede’ te bestrijden; armoede die ontstaat door gebrek aan energie.

“Heel veel mensen rond de Evenaar zijn afhankelijk van kaarsen en kerosinelampen. Die geven slecht licht, waardoor ze ’s avonds nauwelijks productieve uren hebben. Er komen ook vieze dampen vanaf en ze zijn slecht voor het milieu.” Om over brandgevaar door omvallende lampen maar niet te spreken. Bovendien moeten velen ’s avonds naar buiten in het pikkedonker, bijvoorbeeld om hun behoefte te doen. Daarbij lopen ze het gevaar op slangen of schorpioenen te stappen. Meisjes en vrouwen lopen het risico op seksueel geweld. Daarnaast kost kerosine ook nog eens gemiddeld 20% van het inkomen.

Van Kleef zocht naar een manier om ze te helpen over te stappen van kerosine naar duurzame verlichting. “Mensen moeten wel investeren in die verlichting. En ze moeten het gemakkelijk overal kunnen gebruiken.” Mede dankzij de verbeterde techniek voor zonnecellen is de lichtopbrengst groter en de lamp goedkoper te maken. Je kunt er nu ook je mobiele telefoon mee opladen; een veelgebruikt artikel, ook in landen rond de Evenaar. “Als je producten maakt die voor ons goed genoeg zijn, zijn ze ook populair in die landen.”

Crowdfunden
Omdat de lamp snel en voldoende energie voor circa 80 uur LED-licht en een telefoonoplader moet opwekken, is hij efficiënt, maar ook duurder. Voor het eenvoudigste model, zonder telefoonoplader, betaal je 28 euro. Met oplader kost hij rond de 60 euro. Van Kleef: “We wilden echter geen concessies doen aan de kwaliteit.” Voor de start van hun bedrijf, ruim twee jaar geleden, gingen ze crowdfunden op internet; ze vroegen mensen in rijke landen meer te investeren in hun vinding, zodat ze mensen in arme landen minder hoefden te vragen, onder het motto ‘Share the sun, share your energy’. “We hadden 50.000 euro nodig om te kunnen beginnen. Uiteindelijk hebben we een miljoen euro opgehaald.”

Impact
Hun winst investeren ze weer in hun producten; externe aandeelhouders hebben ze niet. Ze maken gebruik van businessmodellen, zodat ze niet afhankelijk hoeven te zijn van donaties, zoals veel andere stichtingen. Van Kleef: “Je kunt goed doen en geld verdienen combineren.”
WakaWaka heeft een micronfinancieringsproject, waarmee ze de lampen verkopen tegen leningen. Vrouwen die met die microkredieten bedrijfjes hebben opgezet, verkopen de lampen door. “Dat heeft veel meer impact, omdat mensen er daardoor meer waarde aan toekennen en er veel zuiniger mee omspringen dan wanneer ze ze gratis zouden krijgen.” Van ondernemers die hen steunen krijgen ze veel (advertentie)ruimte. Zo raken ook anderen enthousiast.


Stroomstoring
Na een succesvolle actie voor Haïti kregen ze een grote bestelling van de International Rescue Committee. Want na medicijnen, drinken en eten blijkt energie en licht het meest gevraagde item door vluchtelingen. Nu gaan de WakaWaka’s onder meer naar Syrië. Opvallend genoeg is er ook grote vraag naar in Amerika, zodat ze ook bij stroomstoringen altijd licht hebben en energie om hun telefoon op te laden.
Zelf heb ik er nog geen een, al schijnen wel mijn tuinlampen op zonne-energie. Wellicht een leuk idee voor een kerstcadeau. Ik heb al eens een geitje gekocht voor een goed doel, maar die heb ik zelf nooit gezien. Bij dat project kwam mijn geld overigens in één grote pot, waaruit ook andere dingen betaald werden. Intussen hoor ik van steeds meer vrienden en collega’s dat zij een WakaWaka hebben; voor op de camping.


Bernadet Timmer