zaterdag 23 januari 2016

Almeerse Wind

Almeerse Wind

Duurzaam, energieneutraal, afvalloos; Almere is hard bezig haar doelen als ‘Growing Green City’ te halen. Omdat we dat niet alleen kunnen, kijken we ook hoe anderen dit aanpakken en welke rol zij kunnen spelen. Dat doen we onder meer tijdens de ‘Groenstorm’ in het stadhuis, waarbij collega’s en partners meedenken en –praten over duurzame initiatieven.

De Groenstorm van 5 oktober ging over Almeerse Wind: initiatiefnemer John van Diepen is inwoner van de Filmwijk en wil zijn wijk energieneutraal maken. Onder andere door het plaatsen van windmolens. Van Diepen komt uit Kraggenburg (Noordoostpolder), waar ze al veel ervaring hebben met windturbines. Met de coöperatie Almeerse Wind wil hij twee turbines bouwen, die stroom gaan leveren voor 5.000 huishoudens.

Wat heb je nodig als je een windmolen wilt bouwen? Van Diepen: “Een locatie, grond, procedurele medewerking, kennis van windtechnologie en een juridische entiteit.” Voor de locatie heeft hij zijn oog laten vallen op twee bestaande windparken, die al in het programma Energie zijn opgenomen: Rodenburg en Kluutmolenweg. In beide parken staan nu tien windmolens, die in 2020 vervangen zullen worden door grotere turbines. “Als we daar een vergunning voor aanvragen, gaan ook de deuren naar risicodragend kapitaal open.”

2020

Op 17 februari 2015 werd de coöperatie lid van een overkoepelende organisatie van windenergie, zodat ze ook toegang kreeg tot de benodigde kennis. De samenwerking met de gemeente moet nog op papier gezet worden. “Het is een middel om Almere te verduurzamen. Het kost tijd om dit op poten te zetten; het moet in de hoofden van mensen komen. Daarom zijn we nu al begonnen, zodat we er in 2020 klaar voor zijn.”

Dorpsgevoel

Vanwege alle voorbereidingswerkzaamheden merkt Van Diepen dat hij ‘steeds groener gaat denken’. Waarom wind en geen zonne-energie? “Ik kan niet alles doen. Bovendien zijn er al 1.258 zonnepaneelleveranciers, ik wil niet nummer 1.259 worden. Ik heb nu al twee jaar een negatief inkomen, maar ik denk dat het lukt en ik vind het leuk. Het leidt tot heel veel contacten. In Almere zoek ik het dorpsgevoel dat ik ken van Kraggenburg. Dat kan niet met de stad of een stadsdeel, maar wel met de buurt.”

Burgeropwekvereniging

Je krijgt nu nog fiscaal voordeel voor zonnepanelen op eigen dak. Uit onderzoek blijkt echter dat als je alle daken in Almere met zonnepanelen bedekt, je minder dan 10% van de energiebehoefte in Almere kunt dekken. Om de energie voor één huishouden op te wekken, heb je twaalf panelen nodig. Dat komt neer op zo’n zes panelen per persoon. Eén windmolen levert stroom voor 6.000 personen. Waar moet je nu in investeren? “Doe wat je kunt; we hebben niet altijd zon en niet altijd wind, dus we hebben allebei nodig.”

In Nederland heeft een aantal mensen zelf al een stukje grond gehuurd en er een molen op gebouwd. Zij verkopen hun energie door. Deze ‘burgeropwekverenigingen’ hebben nu hun eigen handelshuis opgericht: de Duurzame Energie Unie. Almeerse Wind verkoopt een deel van die wind tot ze haar eigen molens heeft. De hele keten van opwekking tot levering is in eigen hand. Mensen die overstappen, kunnen lid worden van Almeerse Wind. Ze worden dan mede-eigenaar van de twee windmolens. Van Diepen: “We vragen onze leden straks wel of ze ons geld willen lenen tegen een aantrekkelijke rente. Ieder lid krijgt een stem in het bestuur, ongeacht de grootte van zijn mond of zijn portemonnee.”


Bernadet Timmer

vrijdag 22 januari 2016

Spoedcursus ontcijferen



Spoedcursus ontcijferen


Je wordt dagelijks met cijfers om de oren geslagen. Het probleem is dat die vaak worden gebruikt om een bepaalde boodschap te verkondigen. Statistiekshoppen gebeurt er vaak. Welke vijf vragen moet je jezelf stellen als je een cijfer of grafiek tegenkomt?


Sanne Blauw is econometrist en freelance journalist. Tijdens het Festival der Vooruitgang van De Correspondent in het Felix Meritis in Amsterdam (op 10 oktober 2015), ging zij in op haar onderzoek naar ‘cijfers, meetfetisjisme en geluk’. Dit zijn de vijf vragen:


  1. Wie zegt het eigenlijk?
  2. Hoe weet iemand dat?
  3. Wat mist er, welke informatie staat er niet?
  4. Is iemand van onderwerp veranderd?
  5. Is het logisch?


De afzender kan een politicus zijn, een journalist, een wetenschapper. Iedereen heeft zijn eigen agenda en interpretatie. Ze kunnen de cijfers overgenomen hebben uit een artikel, een steekproef hebben gehouden in een kleine populatie of een homogene groep, waardoor de context verdwenen is. Hebben ze het nog wel over hetzelfde als waar het onderzoek over ging? En, niet onbelangrijk: kunnen we eigenlijk wel alles meten?


Cijfers zijn altijd subjectief
Zijn meningen tegenwoordig belangrijker dan cijfers? “Mensen hebben de neiging eerst een mening te hebben en er dan de cijfers bij te zoeken die daarbij passen. Maar cijfers zijn soms teveel de boventoon gaan voeren in het rendementsdenken. We hebben verschillende bronnen nodig om samen de werkelijkheid te vormen.”


Volgens Aaron Levenstein zijn strategische gegevens als bikini’s: ze trekken je aandacht en verhullen de essentie. Blauw: “Cijfers zijn altijd subjectief. Ze hangen af van degene die ze gebruiken. Dat begint al bij het meten. Objectieve cijfers bestaan niet. Al zijn er wel een paar betrouwbare bronnen, zoals het CBS. De VN roept om een datarevolutie: ze hebben veel meer cijfers nodig om goede conclusies te trekken over ontwikkelingen in de wereld, zoals armoede, onderwijs en gezondheid.”
Bernadet Timmer

maandag 4 januari 2016

De toekomst van Europa



De toekomst van Europa


“De Europese democratie wordt nu opnieuw gebouwd door de nieuwe generatie. We leven veel transnationaler, maar we krijgen niet het systeem wat we nodig hebben. We moeten het paradigma kantelen: we hebben ‘united citizens’ nodig in een gezamenlijk systeem.”


Ulrike Guérot is de oprichter en directeur van het European Democracy Lab op de European School of Governance in Berlijn. Samen met theatermaker Lucas de Man discussieerde zij op 10 oktober 2015 tijdens het Festival der Vooruitgang van De Correspondent in het Amsterdamse Felix Meritis over de toekomst van ons continent. Hoe ziet die eruit voor Europa?


Old white men-systeem versus ont-moeting
De Man ziet de publieke ruimte als een plaats voor ont-moeting: “Jongeren hebben een hekel aan de EU: er zijn steeds meer nomaden die overal komen, maar wel een sterk gevoel hebben dat ze ergens vandaan komen.” Het Erasmusproject daarentegen kreeg veel complimenten, omdat ze elkaar konden ontmoeten, konden reizen en samen werken en leren. Volgens Guérot moet Europa ‘bottom up’ gebouwd worden. Daarvoor moeten we eerst het ‘old white men-systeem’ deconstrueren. “De plattelandsjongeren hebben een nog groter probleem. Zij zijn vaker werkloos en stemmen rechts-extreem. Er is een steeds grotere kloof tussen elke grote (hoofd)stad en het nationale platteland.” De Man: “De jongeren hebben het gevoel dat ze niet gezien worden, daarom kiezen ze de weg van de angst voor het rechts-extremisme om gehoord te worden.”


Drie grote versus duizend kleine initiatieven
Guérot vertrouwt erop dat we politieke middelen zullen vinden om dit op te lossen. Zoals het afbreken van het huidige energiesysteem door het opbreken van grote monopolisten en het lokaler maken van energieopwekking en –verdeling. “We moeten politiek beleid op dat vlak ook opnieuw vormgeven. Er is een enorm verschil tussen de geografische structuren van bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk. We hebben nu alleen markt- en consumentenbeleid. Maar het platteland heeft geen van beide. We hebben structurele hervormingen nodig, niet alleen de keuze van grote ondernemers voor bepaalde veranderingen.”


Jongeren gaan niet het hele land door, maar werken in de regio en gebruiken social media. “Je kunt de wereld niet veranderen, maar als alles mogelijk is, gebeurt er niets”, aldus De Man. “Het gaat er niet om dat je een betere wereld bouwt, het gaat om het bouwen van een gemeenschap. De keuze is niet alleen tussen goed, hipster of niet goed. Duizend kleine initiatieven zijn veel sterker dan twee of drie grote, want de grote overheersen alles en laten niets achter als ze instorten. De kleine kunnen flexibel samenwerken.”


Rpubliek versus democratie
Volgens Guérot werkt ‘het principe van de meerderheid’ ook niet meer. “Er is een verschil tussen een republiek en een democratie. We dachten dat een gemeenschap ging over democratie, maar het gaat om sociale organen, om mensen. Dat kan niet vanzelf. Er moet iets sterven, zodat er iets kan groeien. Er zal iets gebeuren, want we leven in een systeem dat ons niet bevalt. Maar wat de trigger daarvoor is, weten we niet.”


De Man waarschuwt: “Het wordt niet beter dan het was. Er zullen altijd mensen zijn die leiden en mensen die lijden. Dat zal niet verdwijnen. Het bouwen van een gemeenschap is een eenzaam gebeuren.” Guérot: “Elke generatie vecht tegen het systeem waarin het leeft. We moeten structuren vinden die de drie grote landen – Duitsland, Frankrijk en Engeland – ontmantelen. Kijk op internet. We hebben een Europees dak nodig, met lokale zuilen, maar zonder nationale fundering; die moet bestaan uit mensen, niet uit grenzen.”


Nationalisatie versus regionalisatie
Wat is dan ons houvast? De Man: “Mensen zijn gehecht aan identiteit, een plaats waar ze vandaan komen, niet aan een land. Sociale, creatieve, intelligente mensen zullen onze kracht zijn. We moeten onze naties opgeven en onze macht overdragen aan een centrale macht. Europa bestaat al langer dan de landen erbinnen. Het zal twintig jaar duren voordat ons systeem is veranderd.” Als voorbeeld wijst hij op onze taal: Engels is nu verplicht op basisscholen.


Guérot verwacht dat het sneller zal gaan: “We lopen altijd achter bij de ontwikkelingen. Desintegratie komt op zijn eigen moment. Dat kan in drie maanden gebeuren. Er is al sprake van regionalisatie of ‘Singaporization’. Maar ‘Netwerk Europe21’ is niet genoeg om steden te verbinden, we moeten ook het platteland erbij betrekken.” Welke institutionele systemen kunnen we hiervoor gebruiken? Niemand wil voor het systeem zorgen, maar iedereen wil ervan profiteren. Je kunt hooguit nadenken en proberen je voor te bereiden op de tijd daarna. “De kernwaarden die ons definiëren als Europeanen zijn mensenrechten, menselijke waarden. Dat is onze culturele erfenis. We willen bouwen op politieke gelijkwaardigheid voor alle burgers van Europa.”
Bernadet Timmer